Wat verandert er in huis?
Nu:
Er staan gasketels op afstand (niet in de huizen zelf) die het warmtenet op temperatuur houden.
De huizen hebben een afleverset die opmeet hoeveel warmte er wordt afgenomen.
Het water van het warmtenet stroomt door de woning en verwarmt de radiatoren of zorgt voor heet water uit de kraan. Alle radiatoren zijn zorgvuldig afgesteld zodat overal in de wijk voldoende warmte beschikbaar is.
De warmte in huis wordt gesteld door een thermostaatradiatorkraan open of dicht te draaien.
In veel gevallen werkten niet alle radiatoren (doordat er verstoppingen in de toevoer per radiator zitten).
Straks:
Er komt een warmtenet die warmwater aanvoert tot aan het huis. Ieder huis krijgt een nieuwe afleverset die niet alleen de afname van de warmte meet maar in de afleverset wordt de warmte overgedragen aan het warmtesysteem in het huis. Hiervoor is het nodig dat de huizen een expansievat krijgen. Het expansievat zorgt voor waterdruk in het huis en dus dat alle radiatoren warm worden en het heet water uit de kraan komt. Hoe een expansievat werkt en hoe je het expansievat bijvult, wordt nog uitgelegd bij aanleg.
De afleverset wordt standaard aangestuurd met een thermostaat. De thermostaat hangt in de woonkamer. Als daar de temperatuur onder de ingestelde waarde daalt, gaat het warmwater door het huis stromen en wordt de ruimte verwarmt. Alle andere ruimtes met thermostaatkranen worden dan ook verwarmd, maar de woonkamer is de sturende bron.
Vaak is dit voldoende. Heel veel huizen in Nederland hebben dit systeem. Vaak worden de slaapkamers in de woningen niet of nauwelijks verwarmd en die kunnen dus prima meedraaien op de woonkamer.
Heb je echter een huis met een appartement dan krijg je daar ook een thermostaat. De appartementen zijn daardoor voor de warmtevraag onafhankelijk van de woningen te besturen.